De Koninklijke Beroepsgroep voor Gerechtsdeurwaarders is al enige tijd bezig met het oprichten van een register waarin alle beslagen zichtbaar zijn. Sinds kort zijn alle gerechtsdeurwaarderskantoren in Nederland aangesloten op dit register: het Digitaal BeslagRegister voor gerechtsdeurwaarders (DBR). Het DBR heeft een tweeledig doel: het voorkomen of beperken van onnodige proces- en/of executiekosten (voor zowel de schuldeiser als de schuldenaar) en het bevorderen van een juiste vaststelling en toepassing van de beslagvrije voet. De beslagvrije voet is het bedrag dat de schuldenaar zelf mag houden wanneer beslag op zijn inkomen is gelegd. Deze doelen worden bereikt door het inschrijven van beslagen in het DBR en het raadplegen van het DBR voordat een ambtshandeling wordt verricht.
Per 1 januari 2016 zijn alle gerechtsdeurwaarderskantoren verplicht bepaalde beslagsoorten te registreren en voorafgaand aan bepaalde ambtshandelingen het register te raadplegen. De term ‘bepaalde’ geeft aan dat de inschrijfplicht (nog) niet voor alle beslagsoorten zal gelden en dat de plicht tot voorafgaande raadpleging (nog) niet voor alle ambtshandelingen zal bestaan. Het Digitaal BeslagRegister voor gerechtsdeurwaarders (DBR) wordt gezien als een ‘groeibriljant’, die zich steeds verder zal ontwikkelen. In de toekomst zal de inschrijf- en raadpleegplicht voor steeds meer beslagsoorten en ambtshandelingen gaan gelden, om daarmee het inzicht in de beslagpositie van de schuldenaar en de waarborging van de beslagvrije voet verder te verbeteren.
Voor u als beheerder of vereniging van eigenaren (VvE) is van belang wanneer de gerechtsdeurwaarder verplicht is het register te raadplegen en u over de uitkomst daarvan te informeren. De gerechtsdeurwaarder is dat in de volgende twee gevallen verplicht:
Bij alle overige ambtshandelingen bestaat de verplichting het register te raadplegen (nog) niet.
Wanneer na raadpleging blijkt dat er ten aanzien van de schuldenaar gegevens zijn geregistreerd waaruit redelijkerwijs voorzienbaar is dat uw vordering bij onveranderde omstandigheden niet binnen drie jaren na die raadpleging op de schuldenaar zal kunnen worden verhaald zullen wij u als opdrachtgever aantoonbaar moeten informeren omtrent dit vooruitzicht.
Indien u dan alsnog wenst dat de gerechtelijke procedure wordt gestart of het beslag wordt gelegd, dan mogen wij deze ambtshandeling enkel uitvoeren indien u dat aantoonbaar heeft bevestigd. Na ontvangst van deze bevestiging zal de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding uitreiken of het beslag leggen.
De kosten voor het raadplegen van het DBR zullen bij het verrichten van de ambtshandeling als verschot in de kostenstaat van het exploot worden opgenomen. De kosten zijn in dat geval verhaalbaar op de schuldenaar. Mocht u beslissen om de ambtshandeling niet te laten uitvoeren dan komen de kosten voor rekening van de schuldeiser.
Uit het voorgaande kunt u afleiden dat het register, zoals dat nu is vormgegeven, voornamelijk tot doel heeft om voorafgaand aan een gerechtelijke procedure of een loonbeslag te kunnen beoordelen of de vordering op redelijk termijn via een loonbeslag geïncasseerd zal kunnen worden. Ook voor de VvE is het DBR om die reden nuttig.
In tegenstelling tot veel andere schuldeisers heeft de VvE echter nog een andere, veelal belangrijkere mogelijkheid om (een gedeelte van) haar vordering veilig te stellen. Een beslaglegging op het appartementsrecht van de schuldenaar. Om die reden is het in alle gevallen sowieso zinvol om een gerechtelijke procedure te starten wanneer uw vordering in het incassotraject niet wordt betaald. Zelfs als de in het DBR geregistreerde gegevens voorzien dat de vordering zeer waarschijnlijk nooit verhaald zal worden via een loonbeslag. Een rechterlijke uitspraak geeft u immers de bevoegdheid om het beslag op het appartement te leggen.
Toch zijn wij als gerechtsdeurwaarders verplicht om voorafgaand aan elke procedure het DBR te raadplegen, u aantoonbaar te informeren wanneer dat nodig is en uw aantoonbare bevestiging af te wachten dat de incassoprocedure voortgezet dient te worden. Het gevolg daarvan is vertraging van de incassoprocedure en veel administratieve handelingen waarop u waarschijnlijk niet zit te wachten. Het is daarom mogelijk en toegestaan om contractuele (werk)afspraken te maken over de handelswijze ter invulling van deze informatie- en bevestigingsverplichting. U zult door ons hierover afzonderlijk worden geïnformeerd.
Tot slot: de mededelingen die de gerechtsdeurwaarder aan de hand van de raadpleaging aan zijn opdrachtgever mag doen zijn beperkt. Enkel als blijkt dat op basis van de ingeschreven beslagen niet aannemelijk is dat de vordering binnen drie jaar kan worden geïnd, zal u daarover direct worden geïnformeerd. Geen mededelingen uit het beslagregister is overigens nog geen reden om aan te nemen dat er verhaalsmogelijkheden zijn. Vorderingen en beslagen van overheidsinstanties zoals de Belastingdienst, UWV en Gemeentes worden namelijk niet ingeschreven in het beslagregister.
Mocht u nog vragen hebben over het Digitaal BeslagRegister voor gerechtsdeurwaarders dan kunt u contact opnemen met ons.