De bevoegdheid van een schuldeiser om een vonnis te executeren verloopt na 20 jaar. Wat houdt een verjaring van een vonnis precies voor u in? We geven hieronder een korte toelichting.
De bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een vonnis verjaart na verloop van 20 jaar (3:324 lid 1 BW). Net als bij rechtsvorderingen kan de verjaring echter worden gestuit zodat een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen (3:325 lid 1 jo 3:319 lid 1 BW). De nieuwe verjaringstermijn is hetzelfde als de oorspronkelijke termijn, maar niet langer dan 5 jaar (3:319 lid 1 BW).
Het stuiten van de verjaring kan op verschillende manieren: door het sturen van een schriftelijke aanmaning, door de betekening van het vonnis, door het erkennen van de vastgestelde verplichting in de uitspraak en tot slot door elke daad van tenuitvoer-legging van het vonnis zodra daarvan mededeling is gedaan aan de wederpartij (betekening) (3:325 lid 2 BW).
De verjaring van een vonnis van 1 januari 2015 moet binnen 20 jaar worden gestuit, dus uiterlijk op 31 december 2034. De termijn van 20 jaar kan met maximaal, steeds met, 5 jaar worden verlengd. Dit houdt in dat alleen stuitingshandelingen vanaf 15 jaar tot 20 jaar na het vonnis de oorspronkelijke termijn kan verlengen. Vanaf 1 januari 2030 tot 31 december 2034 zal een stuitingshandeling de termijn verlengen tot na 2034. Immers, stuitingshandelingen binnen 15 jaar na datum vonnis zouden een verlenging van 5 jaar inhouden en dus nog binnen de oorspronkelijke termijn van 20 jaar vallen en de oorspronkelijke, minimale, termijn van 20 jaar dus niet verlengen.
Wanneer er een dossier, waarin vonnis is, gesloten wordt wegens gebrek aan verhaal is het goed om rekening te houden met de verjaringstermijn, de stuitings-mogelijkheden en de gevolgen van een verjaarde vordering. Heeft u nog vragen over de verjaring van een vonnis, neemt u dan gerust contact met ons op.
Geschreven door Mr.G.M. Malda, juriste.